Zoeken

Waterzijdig inregelen niet gebaat bij dure aanpak installatiebranche

Auteur

Sible Schöne

Begin juli dit jaar presenteerden de NVDE, Techniek Nederland, Regionaal Energieloket, Vereniging Eigen Huis, Consumentenbond en Woonbond een position paper over waterzijdig inregelen[i]. De organisaties geven aan dat in zestig tot zeventig procent van de woningvoorraad de cv-installatie niet goed ingeregeld is en pleiten daarin voor een reeks maatregelen om deze ‘vergeten groente’ van de energietransitie de aandacht te geven die het verdient. Terecht wijzen de organisaties erop dat het hier gaat om een structurele efficiëntiewinst die óók van groot belang is om warmtepompen en warmtenetten goed te laten presteren. Sible Schöne hoopt dat bij de nieuwe kabinetsformatie dit voorstel wordt opgepakt, al zit er wel een belangrijk addertje onder het gras. Dit vraagt namelijk enige kennis van het onderwerp.

Volgens de historisch gangbare methode bereik je een waterzijdige balans door de juiste maximale doorstroomopeningen in te stellen op de ventielen van radiatoren, zodat alle ruimtes in huis gelijkmatig en comfortabel warm worden. Nieuwe apparatuur is daar in de regel niet voor nodig. Een goed ingeregelde installatie maakt het vervolgens mogelijk om de ketel en regeling efficiënter in te stellen, wat leidt tot een lager gas- en elektriciteitsverbruik. Uit decennialange praktijkervaring blijkt dat waterzijdig inregelen gemiddeld zorgt voor een energiebesparing van zo'n 10% tot wel 15% in woonhuizen.

Waterzijdig inregelen was standaard in de jaren zestig, toen veel installaties werden aangelegd. In de jaren zeventig is het afgeschaft en is het ook uit de opleidingen verdwenen. De installatiebedrijven vonden het te veel werk. Dankzij een aantal volhouders, zoals Henk Deinum in Groningen en CV Tuning in Nijmegen, bleef het enigszins op de maatschappelijke agenda. Een studie van CV Tuning in 2003 in opdracht van Novem, liet zien dat in grotere gebouwen, zoals scholen en kantoren besparingspercentages werden gehaald van 20% of meer. De afgelopen jaren is het dankzij inspanningen van CV Tuning, klimaatstichting HIER en enkele tientallen bewonersgroepen in meerdere plaatsen inmiddels ook in woningen weer enigszins van de grond gekomen[ii].

Als gevolg van de EPBD-richtlijn is waterzijdig inregelen sinds 2020 wettelijk verplicht bij het plaatsen of vervangen van een cv-ketel, hybride ketel of warmtepomp. Met andere woorden, nieuw geïnstalleerde systemen móéten goed worden ingeregeld. Maar de sector bleef tegen, het onderwerp was verdwenen uit de opleidingen, de deskundigheid ontbrak en – waarschijnlijk belangrijker – er kon geen geld verdiend worden met deze maatregel, omdat het gaat om het beter uitvoeren van een bestaande activiteit – vervanging van de ketel – en er geen nieuwe apparatuur kon worden verkocht.

“Alles bij elkaar is de nieuwe methode duurder en mag worden verwacht dat deze tot minder besparing zal leiden dan de gangbare aanpak”

Techniek Nederland wil dit oplossen door de introductie van een nieuwe manier van waterzijdig inregelen, die ze heel creatief ‘dynamisch inregelen’ heeft genoemd. De gangbare aanpak noemen ze vervolgens - vanuit marketingoogpunt heel slim - statisch inregelen. Kern van de nieuwe aanpak is – u raadt het al - dat alle radiatorknoppen moeten worden vervangen door speciale dure thermostaatkranen die de doorstroomopening automatisch aanpassen aan de pompdruk. De nieuwe aanpak vereist nauwelijks extra kennis en kan relatief snel worden uitgevoerd.

De nieuwe aanpak heeft echter duidelijke nadelen:

Omdat dynamische kranen geen rekening houden met de stromingsweerstand per radiator, werkt deze methode in veel gevallen niet goed. Een dynamische kraan kan haar opening wel íets groter maken, maar aan het einde van een circuit zal dat onvoldoende zijn. In veel circuits kan de doorstroomopening daardoor onvoldoende zijn om de juiste temperatuur te bereiken. Dit zal er dan toe leiden dat radiatoren niet goed opwarmen.

Daarnaast vereist het gebruik van dynamische kranen dat de ketel op een constante en hoge pompdruk draait. Dit gaat ten koste van de energiebesparende voordelen van een ketel met variabele pompdruk. Een constante pompdruk kan bovendien zorgen voor meer ruis in de installatie, omdat het water harder stroomt dan nodig is.

Men past bij deze methode aan/uit kamerthermostaten toe. Dat betekent dat de ketel altijd op vollast zal branden. Modulatie, nog zo’n duurzame eigenschap van cv-ketels, verdwijnt. Het gasverbruik neemt daardoor toe. (Modulatie betekent dat een ketel de woning kan opwarmen op 60 - 70◦ C en deze vervolgens warm houdt op 40◦ C. Dit verhoogt het comfort en bespaart energie.)

Om de hiervoor genoemde problemen op te lossen, zul je vaak zien dat de installateur teruggrijpt op oude methodieken: de pompstand gaat weer verder omhoog, en ook de watertemperatuur.

Alles bij elkaar is de nieuwe methode duurder en mag worden verwacht dat deze tot minder besparing zal leiden dan de gangbare aanpak. Zeker is dat de nieuwe methode zich in de praktijk niet bewezen heeft. Helaas was dat voor het NPLW geen reden om in een recent webinar[iii] van 22 mei jongstleden uitsluitend de nieuwe methode te promoten. Ik vind dat een kwalijke zaak. Wat mij betreft mag uit de lopende en toekomstige budgetten alleen de gangbare methode worden gefinancierd. Het zogenaamde dynamisch inregelen mag pas worden gestimuleerd als de branche daadwerkelijk kan aantonen dat de nieuwe aanpak in de praktijk tot vergelijkbare resultaten leidt.

[i] Position Paper Waterzijdig Inregelen.pdf

[ii] Waterzijdig inregelen van radiatoren: een praktische handleiding | HIER

[iii] Webinar over waterzijdig inregelen terugkijken | NPLW

Sible Schöne

Sible Schöne is Adviseur van HIER.