Zoeken

Strenger klimaatbeleid is geen garantie voor droge voeten

Auteur

Anton Buijs

De komende jaren zullen we, zo ook Anton Buijs, met steeds extremere weersomstandigheden te maken krijgen. “Verduurzaming van de energievoorziening in ons deel van de wereld, hoe nuttig ook, is daarop helaas geen effectief antwoord. Aanpassing wel.”

Iedereen kent de uitdrukking voorkomen is beter dan genezen. Het is, om een ander oud gezegde te gebruiken, een waarheid als een koe. Ik ken dan ook niemand die het er niet mee eens is. Dat neemt niet weg dat we ook in overdrachtelijke zin niet zonder dokters en medicijnen kunnen. Veel ellende is helaas óf niet te voorkomen, óf onverbrekelijk verbonden met wat in het Frans zo mooi ‘la condition humaine’ heet, vrij vertaald het menselijk tekort.

In de Nederlandse term tekort zit, in tegenstelling tot het beschouwelijker condition, een waardeoordeel besloten. Kort gezegd: we kunnen kennelijk niet anders dan er keer op keer een bende van maken. We hadden al die miserie moeten en kunnen voorkomen, maar ja, dat eeuwige menselijke geklungel hè.

De huidige snelle klimaatverandering is een sprekend voorbeeld van hoe menselijk gedrag ongewild grote problemen veroorzaakt. Ongewild, omdat niemand, sinds we begonnen zijn met het grootschalig verbranden van fossiele brandstoffen, bewust erop uit is geweest om natuur en milieu te vervuilen. Het draaide altijd primair om economische en materiële voordelen, aanvankelijk louter voor een hebzuchtige elite, later ook voor de samenleving als geheel. Milieuschade, waaronder klimaatverandering, is een van de schadelijke bijeffecten van kapitalisme en industrialisering. Daarmee is het automatisch een onderdeel van maatschappelijke en politieke strijd geworden, vergelijkbaar met hoe de bittere armoede van het proletariaat sinds het begin van de industriële revolutie en de onwil van de bezittende klasse om die te bestrijden tot het ontstaan van socialisme en communisme leidde.

“Aangezien deze maatregel voor alle bedrijven geldt die onder het ETS vallen, is er – in tegenstelling tot het opleggen van een extra CO2-heffing – geen sprake van concurrentieverstoring”

In dat licht is het niet verrassend dat klimaatactie vooral een ‘links’ ding is. De sympathisanten van organisaties als Milieudefensie en Greenpeace vallen grotendeels samen met die van de Partij voor de Dieren en GroenLinks/PvdA. Hun pijlen richten zich op de maatschappelijke nadelen van het hoofdzakelijk op winstmaximalisatie gerichte gedrag van het (grote) bedrijfsleven en daarnaast de overheid, die veel te weinig zou doen om de zondaars op het rechte pad te krijgen.

Je zou het de voortzetting van de rode strijd met groene middelen kunnen noemen.

Hoewel men zich op rechts traditioneel meer zorgen maakt over de belangen van het bedrijfsleven dan de negatieve gevolgen van ongebreidelde marktwerking, richt de aandacht zich ook daar hoofdzakelijk op klimaatmitigatie, dus wat nodig is om klimaatverandering tegen te gaan, zij het dat men in die kringen het kind (groei) niet met het badwater (emissies) weg wil gooien en, tekenend, ook gelooft dat dit mogelijk is. Het rechtse inmiddels demissionaire kabinet Schoof heeft niet voor niets een VVD-minister voor groene groei, Sophie Hermans.

Het is in dat licht wel opmerkelijk dat zij net als de linkse partijen, inclusief D66, de extra CO2-heffing voor bedrijven in stand wil houden, een maatregel die de betrokken ondernemingen en hun belangenbehartigers een doorn in het oog is, omdat die de concurrentiepositie van de toch al geplaagde Nederlandse zware industrie verder aantast. Die ergernis is te begrijpen, want het is een onnodige lastenverzwaring. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) doet sinds de moeizame start precies waar het voor is bedacht: industriële bedrijven dwingen hun emissies terug te brengen óf steeds meer geld te betalen voor steeds schaarsere emissierechten. Aangezien deze maatregel voor alle bedrijven geldt die onder het ETS vallen, is er – in tegenstelling tot het opleggen van een extra CO2-heffing – geen sprake van concurrentieverstoring.

Mij verbaast de betrekkelijk eenzijdige aandacht voor mitigatie al jaren. Ik heb op deze plaats vaker betoogd dat het hebben van klimaatdoelen en de bijbehorende verduurzaming van de energievoorziening in Europa en ons land om tal van redenen een goed idee is. Maar de overtuiging dat dit wezenlijke invloed heeft op de onnatuurlijke klimaatverandering waar de wereld momenteel toenemend mee kampt, is in strijd met de nuchtere feiten. Daarvoor is de bijdrage die wij aan de wereldwijde emissies leveren immers veel te klein.

“Naast milieumaatregelen die wél direct lokaal effect hebben zoals stikstofbeleid en het aanpakken van grote industriële vervuilers moet klimaatadaptatie op korte termijn een stuk hoger op de agenda”

Door desondanks na de zoveelste hittegolf, overstroming of periode van droogte te herhalen dat klimaatverandering ons zou dwingen om ‘nu het nog helpt’ nationaal en Europees (nog) strengere mitigerende maatregelen te nemen, maken groenlinkse opiniemakers, actievoerders en politici het hun rechtse tegenstanders wel heel gemakkelijk. Die hoeven er alleen maar op te wijzen dat zulk beleid in economische termen veel kost maar in klimaattermen weinig oplevert. Oorzaak: de gure geopolitieke werkelijkheid. Het is ondenkbaar dat de VS onder Trump zich weer zal aansluiten bij het Klimaatakkoord van Parijs. Ondanks de opmerkelijke groei van duurzame energie ter plaatse gaat China door met de constructie van tientallen kolencentrales (op dit moment met een gezamenlijk vermogen van ca. 100 Gigawatt) en heeft nieuwe bouwplannen goedgekeurd. Landen met grote olie- en gasvoorraden zullen zich met hand en tand (en succes) blijven verzetten tegen internationale afspraken die hen economisch schaden, evenals de opkomende economieën die voor hun groei voorlopig afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen.

Hoe moet het dan wel? Laten de politieke partijen die op klimaatgebied voorruit willen, om te beginnen hun prioriteiten verleggen. We mogen er inmiddels vanuit gaan dat we de komende jaren steeds vaker en heviger zullen worden geconfronteerd met extreem weer. We zijn, anders gezegd, het voorkómen allang voorbij. Dat vereist dat we ons aanpassen. Naast milieumaatregelen die wél direct lokaal effect hebben zoals stikstofbeleid en het aanpakken van grote industriële vervuilers moet klimaatadaptatie op korte termijn een stuk hoger op de agenda. De daarvoor benodigde ingrepen zijn bekend, maar met de implementatie schiet het tot nu toe onvoldoende op. Denk aan verhoging en verzwaring van zeedijken, meer ruimte creëren voor rivierwater om overstromingen te voorkomen, aanleggen van spaarbekkens om droogteperiodes door te komen, vergroenen van steden, installatie van koelsystemen enz..

Dat gaat uiteraard vele miljarden kosten. Het zou, met de verkiezingen in aantocht, onze politici sieren als ze daar eerlijk over zijn en tegenover de kiezer erkennen dat dit onvermijdelijk ten koste zal gaan van andere ambities, waaronder een (nog) strenger klimaatbeleid. Want zoals onze sociaaldemocratische premier Willem Drees driekwart eeuw geleden al wist: niet alles kan, en zeker niet tegelijkertijd.

Anton Buijs

Anton Buijs is voormalig manager communicatie en public affairs van GasTerra en medeoprichter van Energiepodium.