Zoeken

Elektriciteit tussen hamer en aambeeld

Auteur

Martien Visser

Volgens investeerders is een sluitende business case voor offshore windparken onmogelijk, stelt Martien Visser. “Ze willen weer subsidie. Evenzo willen investeerders in wind op land en zon-PV voortzetting van de SDE, terwijl in Klimaatakkoord was afgesproken daarmee in 2026 te stoppen. De ontwikkeling van zon-PV op woningdaken is ingestort na het einde van de salderingsregeling. Eigenaren van gascentrales willen een capaciteitsmarkt, waarbij zij een vergoeding krijgen, noem het subsidie, bovenop de opbrengst van verkochte stroom. Kommer en kwel dus in elektriciteitsproductieland. De baten wegen niet op tegen de kosten.”

Feestje voor stroomgebruikers, zou je denken. Maar dat valt tegen. Bezitters van elektrische auto’s roeren zich stevig, vooral degenen die op openbare laadpalen zijn aangewezen. Eigenaren van warmtepompen zullen volgen, voorspel ik u, zodra ze beseffen welke implicaties het einde van salderen voor hen heeft. Ook de industrie klaagt steen en been over de te hoge stroomkosten. Een aantal bedrijven heeft inmiddels de handdoek in de ring gegooid. Andere hebben elektrificatie op de lange baan geschoven. Door de hoge stroomkosten komt elektrolyse niet van de grond. Het Nederlandse stroomverbruik groeit dan ook niet of nauwelijks.

“Elektriciteit is te goedkoop om te produceren en te duur om te gebruiken”

Stroomkosten zijn een optelsom van commodity- en netwerkkosten. Stroomproducenten betalen geen netwerkkosten en zien alleen de commodity. De ACM denkt na over een kleine netwerkvergoeding voor producenten en daar is veel ophef over. Voor stroomgebruikers vormen de netwerkkosten juist een aanzienlijk deel van de stroomrekening en bovendien stijgen ze flink. U betaalt nu jaarlijks €450 voor het netwerk; dubbel zoveel als voorheen. Bij een verbruik van 3000 kWh is dat 15 €ct/kWh. Dat is meer dan de kosten voor de commodity! Een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) kwam recent met slecht nieuws. Bij ongewijzigd beleid betaalt een huishouden in 2040 al €1100 per jaar voor het netwerk, nog exclusief inflatiecorrectie. Dat is bijna 40 €ct/kWh. Een eventuele daling van de commodity dankzij zon en wind valt bij die stijging volledig in het niet.

De stijging van de netwerkkosten heeft grofweg drie oorzaken: de verwachte groei van het Nederlandse elektriciteitsverbruik, de kosten van het netwerk op zee en nieuwe internationale verbindingen. Bij elkaar volgens huidig inzicht een investering van €195 miljard, plus bijkomende operationele kosten. Tot 2040. Wat daarna komt is nog in nevelen gehuld.

Elektriciteit tussen hamer en aanbeeld: het is te goedkoop om te produceren en te duur om te gebruiken. De nieuwe waarheid is dat de verwachte verdere kostendaling voor wind op zee achterwege blijft en dat de uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk veel kostbaarder is dan voorheen werd gedacht. Elektrificatie dreigt daardoor een feestje te worden voor degenen die het kunnen betalen. De rest ligt krom of sluit de tent en verlaat het land. Wat te doen? Een keuze uit drie kwaden, zo lijkt het:

“We zien dit al gebeuren. Mondiaal opererende bedrijven beperken hun productie of sluiten, de toeleverende sector daaromheen is eveneens de klos”

In de eerste plaats voortzetting van het afgesproken beleid met afbouw van de subsidies en de markt haar werk laten doen. De uitbouw van zon en wind op land & zee stokt dan. Kolencentrales gaan dicht en een aantal gascentrales zal volgen. De stroomvoorziening wordt onbetrouwbaarder. Dit maakt batterijen en andere back-up systemen aantrekkelijker; voor degenen die dit kunnen betalen. De overheid kan elektrificatie vervolgens toch afdwingen door alternatieven via belastingen duurder te maken. Met grote negatieve maatschappelijke en economische gevolgen, want niet ieder huishouden, iedere MKB-er en ieder grootbedrijf kan zich de vereiste hoge energieprijzen veroorloven. We zien dit al gebeuren. Mondiaal opererende bedrijven beperken hun productie of sluiten, de toeleverende sector daaromheen is eveneens de klos. De verwachte enorme groei van het Nederlandse elektriciteitsverbruik gaat in dit scenario niet plaatsvinden. Daardoor is minder netwerk op zee nodig en door minder investeringen in zon en wind ook minder nieuwe exportcapaciteit. De markt vindt haar evenwicht.

Een alternatief is subsidie om het gat tussen de draagbare elektriciteitskosten voor productie en verbruik te overbruggen. Nederland gaat dan met subsidies producenten ondersteunen, elektriciteit voor eindverbruikers goedkoper maken en/of netbeheerders helpen. Elektriciteit blijft dan voor vrijwel iedereen betaalbaar en het aanbod en verbruik zullen snel groeien. Het netwerk zal conform huidige plan fors versterkt worden, want ook de export neemt sterk toe. Nederland is een rijk land, maar dit zal toch een fors beslag leggen op de algemene middelen, ten koste van andere uitgaven of hogere belastingen.

De derde optie is hybridisering van het energieverbruik. Voordeel is dat de kosten voor uitbouw van het stroomsysteem veel lager worden, waardoor de elektriciteitskosten voor de gebruikers minder stijgen. Typisch voorbeeld zijn de hybride warmtepompen, die in de recente PBL analyse veruit de goedkoopste maatschappelijke optie vormen om gebouwen te verduurzamen. Hybridisering vraagt aan de markt en netbeheerders om onder regie van ACM locatiegericht te gaan werken, met als doel netuitbreidingen zoveel mogelijk te beperken. Dit kan de transitie versnellen, want vaak vormen netwerkuitbreidingen de bottleneck. Hybridisering impliceert dat het gassysteem overeind moet blijven. Dat zal ooit wel groen gas of waterstof worden, maar in eerste instantie is dit aardgas, eventueel met CCS.

“Ik denk dat Nederland haar economische bedrijvigheid inclusief toeleveranciers wil behouden, terwijl de staatskas voor subsidies onvoldoende gevuld zal zijn”

Voorlopig is de maatschappij nog niet zo ver. Velen hopen dat het gat tussen draagbare elektriciteitskosten voor producenten en gebruikers tijdelijk zal zijn. Anderen verwachten dat de overheid met subsidies zal interveniëren. Ik vermoed tegen beter weten in. Maar toen Stedin opperde laadpalen en warmtepompen tussen 16 en 21 uur te willen gaan uitzetten, om zo netwerkinvesteringen te beperken, was hoon hun deel. Terug in het hok. Evenzo werd door het kabinet juist de verplichting voor hybride warmtepompen zomaar geschrapt, terwijl de extra CO2-heffing om bedrijven te dwingen te elektrificeren, of te sluiten, werd gehandhaafd.

Ik voorzie echter dat de hybride optie snel op tafel gaat komen. Mijn aanname daarbij is dat Nederland haar economische bedrijvigheid inclusief toeleveranciers in de keten uiteindelijk toch wil behouden, terwijl de staatskas onvoldoende gevuld zal blijken om de benodigde structurele subsidies op te hoesten.

Misschien dat het recent aangekondigde flextarief, waarbij TenneT gedurende 15% van de tijd mag aansturen en daarvoor 2/3 tariefkorting belooft, een beginnetje is. Natuurlijk, het gebeurt met het mes op de keel voor de netwerkgebruikers. Bovendien bedoeld als tijdelijk, een besparing op de €195 miljard levert het dan niet op. Maar wie weet, waartoe dit gaat leiden.

Martien Visser

Martien Visser is als Fellow verbonden met het Centre of International Energy Policy (CIEP) in Den Haag. Hij is emeritus-lector Energietransitie aan de Hanzehogeschool Groningen / Entrance. Voor zijn pensionering werkte Martien daarnaast als manager Strategie bij Gasunie, waar hij thans nog een adviesfunctie heeft. Martien schrijft zijn columns op persoonlijke titel. Martien is met zijn ‘grafiekvandedag’ actief op X (@BM_Visser) en BlueSky (bmvisser.bsky.social).