Wat geweest is, zal niet meer terugkeren. Nederland en Europa hebben niet de fossiele brand- en grondstoffen om in de eigen behoeften te voorzien en zijn dus afhankelijk van import. Sinds de agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne importeert de EU veel LNG, tegen een hogere prijs dan wat het gas in het Midden-Oosten of de Verenigde Staten kost. Dat vraagt om een andere aanpak: onafhankelijk worden van fossiele importen, materialen hergebruiken en overschakelen op schone energiebronnen.
Had Nederland nu maar meer windmolens op zee gebouwd, zodat we minder afhankelijk waren geweest van steenkolen en aardgas. Want nu al is de Nederlandse energierekening voor industrie en mensen 7 miljard euro lager vanwege meer zonne- en windenergie. Het waren Greenpeace, FNV en andere organisaties die deze uitrol van wind op zee bij het energieakkoord in 2013 voor elkaar kregen.
“De energie-intensieve industrie is te lang uit te wind gehouden”
Was de industrie nu al maar meer geëlektrificeerd geweest; dan was het losgekomen van aardgas en had het nóg meer geprofiteerd van goedkopere windenergie. En hadden we nu maar meer op koers gelegen om onze doelen voor hergebruik van materialen te halen, zodat we niet hopeloos achter de feiten hadden aangehold en te afhankelijk van duur LNG waren geworden.
De Italiaanse oud-premier en topeconoom Mario Draghi analyseert scherp dat Europa, nog wel, een voorsprong heeft in schone technologieën op China en de VS. Het Internationaal Energieagentschap berekende dat een derde van de economische groei in Europa uit die schone technologieën komt. En de afgelopen jaren hebben we pijnlijk ervaren hoe belangrijk het is om in onze eigen energievoorziening te voldoen en minder afhankelijk te zijn van fossiele grondstoffen. Nederland en de EU zullen dus versneld over moeten op schone energie en ook versneld materialen moeten hergebruiken in plaats van deze weg te gooien of te verbranden.
In een recente column op Energiepodium schetst Remco de Boer een bizarre voorstelling van zaken: dat de problemen in de industrie zouden komen door klimaatbeleid. Problemen zijn er, dat klopt. Doordat er lang veel te weinig is gebeurd, loopt de boel nu in het honderd. De investeringen in het net zijn lang achtergebleven bij wat nodig was. De energie-intensieve industrie is te lang uit te wind gehouden ten koste van de koplopers die met minder grondstoffen een verdienmodel voor de toekomst hebben gemaakt. Mede om deze redenen hebben Greenpeace, FNV en andere organisaties niet meegedaan het klimaatakkoord van 2019.
“De industrie blind geld geven, zou een herhaling van de fouten uit het verleden betekenen”
De Boer waarschuwt, geheel terecht, voor de problemen bij de industrie, maar ondertussen zijn 11 recyclebedrijven en een batterij-opslagbedrijf failliet gegaan en zijn windmolen- en zonnepaneelproducenten in zwaar weer beland, terwijl het zonneklaar is dat hergebruik van materialen en energieopwekkende apparatuur de toekomst is.
Dit kabinet kiest daar niet voor. De motor van onze economie ís de Noordzee. Dit kabinet kiest ervoor om visserij en gaswinning voorrang te geven boven de snelle uitrol van wind op zee. Dit kabinet kiest ervoor om te bezuinigen op batterijopslag, op innovatie, op groene waterstof. Nu gaan er ook stemmen op om het beleid voor de industrie om van fossiel af te gaan, te verslappen. Het is volstrekt naïef om te denken dat dit onze fossiele industrie zou helpen.
Uiteraard zien wij ook dat de industrie knel zit, maar de industrie blind geld geven, zou een herhaling van de fouten uit het verleden betekenen. De industrie moet de komende decennia juist ervoor zorgen dat we ons eigen staal, plastic en chemie kunnen maken zonder afhankelijk te zijn van andere continenten. Snel overschakelen op schone energie, snel materialen gaan hergebruiken en afscheid nemen van fossiel, dus. Industriebedrijven die hiervoor ambitieuze plannen hebben, verdienen een plaats in onze economie en kunnen een tegemoetkoming krijgen. Ofwel: industriebedrijven die geen verduurzamingsafspraken willen maken, hoeven - als het aan GroenLinks-PvdA ligt - dus niet op een compensatie te rekenen.
Opiniemaker De Boer heeft een kortzichtige analyse gemaakt van de problemen binnen de industrie, waarbij hij onterecht de schuld legt bij organisaties die - bewezen - júist knokken voor een toekomstperspectief voor Nederland én de industrie. Een gemiste kans om de discussie écht op inhoud te voeren.